Wereldreis 1 (2023); Deel 1: Afrika en Azië
Dit is het deel liveblog wereldreis 1 (2023); Azië en Afrika. Voor verdere updates zie: Liveblog wereldreis deel 2: Oceanië
BESTEMMING 7: BALI
We hebben inmiddels ook een Google Maps reisgids Bali.
30/10 t/m 01/11: Kuta
De laatste dagen doen we eigenlijk niet echt meer iets. Het hotel in Kuta is eigenlijk best prima, er is zelfs een zwembad bij. Daar maken we overdag dus ook maar eens gebruik van. En in de avond gaan we richting het strand. Dan is het een stuk beter uit te houden, bovendien is de zonsondergang hier erg mooi. Het zijn de laatste dagen genieten (elke dag uiteten, vriendelijk volk, lage prijzen) en afzien (muggen, hitte en verkeerschaos) in Azie.
26/10 t/m 29/10: Nusa Penida
Vanuit Bali reizen we per boot in een uurtje naar het kleinere, naastgelegen eiland Penida. Hoewel het zo kort bij elkaar ligt, is het toch heel anders. Hier groeit bijvoorbeeld geen rijst, omdat er geen stromend water is (het eiland is maar enkele honderden meters hoog, dus vangt geen of veel minder regen dan Bali). Het is een heel droog eeiland, meer Mediterraans. En er zijn mooie stranden.
Bij de accommodatie kunnen we meteen twee dagtours doen: de ene dag de westkant, de andere dag de oostkant. Dat blijkt een goede keuze, want net als de eigenaar is ook de gids Putu super vriendelijk. Hij spreekt goed Engels, en probeert zelfs een paar woordjes Nederlands! De eerste dag op Penida doen we dus de west tour. We maken een dagtocht naar onder andere Broken Beach (en de daarnaast gelegen Angel’s Billabong, een natuurlijke ‘infinity pool’), Pandan Beach en Kelingking Beach.
26/10 t/m 29/10: Nusa Penida
Die laatste is verreweg het mooist, bovendien is het de meest bekende trekpleister van het eilandje. Overigens moet je niet al te veel last van hoogtevrees hebben als je het strand daadwerkelijk wilt bereiken. Vanaf het uitzichtpunt is het een uitdagende hike. Echt extreem steil, niet eerder meegemaakt. Maar wel de moeite waard, want het strand is echt heel mooi. En er zijn metershoge golven die vragen om een frisse duik! Bijna was ik daarin de zonnebril kwijtgeraakt, na een golf die toch iets hoger was dan verwacht. Maar wonder boven wonder lag hij een paar minuten later in de branding, zo voor het oprapen. Soms zit het mee in het leven.


De laatste dag doen we de oost tour. Eigenlijk is het min of meer vergelijkbaar, want ook deze dag bezoeken we meerdere strandjes (die stuk voor stuk weer de moeite waard zijn). En ook de toegangswegen zijn hetzelfde. Allemaal erg steil en voor Europese begrippen ver beneden alle veiligheidsniveaus (klimmen met gevaar voor eigen leven, maar misschien dat we daarom ook een van de weinige zijn die daadwerkelijk een poging wagen). Het pad naar Diamond Beach (het mooiste strand) is zelfs uitgekapt in de rotsen!
We hebben vandaag overigens weer dezelfde gids, Putu. En zijn maat is er ook weer bij (gewoon, voor de gezelligheid, gaat hij ook vandaag weer de hele dag mee op pad, samen met zijn gitaar. En als wij de strandjes bezoeken, maken zij muziek). Als er iets is dat hier opvalt, dan zijn het wel de vriendelijke mensen die elk moment van het leven lijken te genieten (de opdringerige taxichauffeurs uitgezonderd). En dat ondanks dat ze toch van veel minder moeten leven, vergeleken met ons.


22/10 t/m 25/10: Ubud
De eerste dagen zijn we in Ubud, wat echt een leuke plaats is (veel leuker dan Denpasar en andere kustplaatsen, zo schijnt het, omdat daar nog veel meer toerisme is). Ook hier is dat het geval, maar het plaatsje voelt toch erg gezellig en meer lokaal. Ook rondom de plaats is veel te zien, zo zijn er meerdere wandelingen door de rijstvelden, allemaal op loopafstand. We proberen natuurlijk ook even het lokale gerecht: Nasi Campur. Het is in feite rijst met daarbij allemaal kleine bijgerechtjes.
Op een van de dagen doen we een tour. Het is niet een heel groot eiland, bovendien is een groot deel behoorlijk slecht bereikbaar. Dus met een dagtour kun je al best veel zien. We komen langs twee Hindoeïstische tempels, waar de gids vanalles over vertelt (op dit eiland is 90% van de bevolking Hindi). Er wordt vooral veel geofferd (dagelijks), wegens het geloof in reincarnatie. En de Balinese kalender kent 420 dagen, waarvan de laatste dag, ‘silent day’, een dag van bezinning is. Dan is er geen auto, geen internet en mag men zelfs niet met elkaar praten. Ook het vliegveld is dan gesloten. We komen tijdens de tour langs meerdere rijstvelden (Mahagiri is erg mooi!) en een koffieplantage. Daar krijgen we een leuke rondleiding met uitleg over het proces van plant naar filterkoffie (en dan begrijp je waarom koffie zo duur is). Er groeien ook vanille en cacaobomen.



BESTEMMING 6: SINGAPORE
17/10 t/m 21/10: Singapore stad
De vliegreis duurt zo’n vier uur, maar we gaan 100 jaar vooruit in de tijd. Singapore is misschien wel de meest vooruitstrevende stad ter wereld. Een beetje gek is het in ieder geval wel, zo’n moderne plek midden in Azië. Voordat we de stad in kunnen, moeten we wel eerst nog een nacht op het vliegveld zien te overleven. We komen om 23.00 pas aan, zo’n beetje het meest ongunstige scenario. Nadat we de douane gepasseerd zijn, gaan er namelijk geen metro’s meer en kun je ook niet echt ergens meer inchecken.
We hadden wel gelezen over de “snoozing lounges” op het vliegveld, maar die blijken allemaal “airside” te zijn, hetgeen betekent achter de douane. We kunnen verder alleen maar een hotel op het vliegveld vinden, maar dat kost 400 dollar (zo’n 300 euro). En daar kun je echt veel leukere dingen van doen. Dus zit er niets anders op dan vannacht in een van de aankomsthallen door te brengen, samen met nog wat andere gestrande reizigers. Het hostel wat we voor de rest van de nachten hebben blijkt ook niet veel beter, de matrassen zijn net zo dik als een tafellaken. Maar goed, iets anders betaalbaars was er niet, deze stad is echt vreselijk duur.



17/10 t/m 21/10: Singapore stad
We zijn er min of meer drie volle dagen – de eerste dag niet meegeteld na een brakke nacht. De eerste van de drie gaan we naar het gebied van Marina Bay, waar het beroemde hotel ligt. Aan de voorkant daarvan ligt het gigantische winkelcentrum The Shoppes, aan de achterkant zijn de Gardens by the Bay te vinden. Beide erg mooi om te bezoeken. Vooral in de avond is het hier erg mooi, als de stad in zijn geheel verlicht is en er meerdere licht- en watershows te zien zijn. De tweede dag spenderen we in Little India en Chinatown.
Omdat hier zoveel verschillende culturen door elkaar leven, zijn er dus ook meerdere van dit soort wijken in de stad te vinden. Op de laatste dag bezoeken we het kunstmatige eiland Sentosa, maar dat valt een beetje tegen. Het is eigenlijk een groot pretpark, niet echt authentiek. Wat vandaag wel leuk is, is de Singapore City Gallery. Het is een gratis tentoonstelling over het ontstaan en de gedachten achter deze stad. Erg interessant, ook voor wie niet van stedenbouwkunde houdt. Over de hele planning van de stad is meer dan gemiddeld nagedacht, bovendien zijn er ook al plannen te zien over hoe de stad er over tientallen jaren uit zou moeten komen te zien.



Conclusie: Singapore is best een bijzondere plek. Het klimaat en het eten zijn Aziatisch, maar verder lijkt het totaal niet op Azië. Het grootste nadeel is dat alles enorm duur is, aan de andere kant kunnen we hier wel voor het eerst sinds maanden weer eens een zebrapad gebruiken – zonder platgereden te worden. En hoe ze het doen is een raadsel, maar muggen hebben we niet gezien. Erg leuk als tussenstop, maar 4 dagen was misschien net iets te lang.
BESTEMMING 5: NEPAL
We zijn vanaf 30/09 t/m 17/10 in Nepal om een poging te doen Everest Base Camp (5364m) te bereiken. Het is wat meer tekst, beschreven van dag tot dag, juist omdat dit voor ons de grootste uitdaging van de hele reis is! Voor zover de tijd en bereikbaarheid het toelaat, volgen er updates (update: inmiddels weer terug in de bewoonde wereld)!

Dag 14 t/m 17: Terug naar Kathmandu
De vlucht staat om 09.30 gepland, maar op vertrektijden hoef je hier absoluut niet te rekenen. Urenlang zitten we te wachten, samen met alle andere onwetenden. Ondertussen trekt het meer en meer dicht, en het aantal landende vliegtuigen neemt af tot bijna nul. Dan ga je voor het ergste vrezen, want bewolking betekent geen vluchten meer.
Maar net als we de hoop opgeven kunnen we (zo’n 4(!) uur later) dan toch eindelijk vertrekken. Ach, vergeleken met andere dagen valt het dan nog mee, want afgelopen week waren er überhaupt geen vluchten. Het opstijgen is wel even spannend: op maximale snelheid bergaf de landingsbaan af, hopende dat je vóór de afgrond in de lucht bent. Het gaat natuurlijk altijd goed, maar toch. Ook dat weer overleefd dus, en het is nog wel vrijdag de 13e (en Meike is gisteren ook nog rechtsom een stoepa gelopen, ze moeten daarboven toch een oogje dicht hebben geknepen).
Dag 14 t/m 17: Terug naar Kathmandu
De laatste dagen in Kathmandu is het vooral tijd om uit te rusten. Ongemerkt heeft het toch enorm veel energie gekost en hebben we dus nog heel wat slaap in te halen. Toch bezoeken we nog enkele bekende plaatsen, zoals de Swayambhunath (beter bekend als Monkey Temple, een erg bekende tempel waar vooral veel aapjes rondlopen), Durbar Square en Dharahara Tower.
Overigens is het naast deze bekende bouwwerken sowieso indrukwekkend om je door de drukke stad te verplaatsen. Zeker buiten het stadsdeel Thamel wordt opeens zichtbaar hoe arm een groot deel van de bevolking hier eigenlijk is. En dan te bedenken dat hier acht jaar geleden een zware aardbeving was. Vooral rond de Dharahara Tower zijn zelfs nu nog de gevolgen van deze tragische dag zichtbaar. De toren is inmiddels nieuw gebouwd, maar de ruïne van de oorspronkelijke toren staat er nog steeds naast. Laten we hopen dat deze mensen nooit meer zoiets hoeven mee te maken.
Dag 13: Namche Bazar naar Lukla
19,0km (3440m > 2860m)
Het is zwaar de laatste dag, heel zwaar. Terug in Namche denk je dat je er weer bent, maar niks is minder waar. Naar Lukla is het nog 19 km (met heel veel hoogtemeters). We zijn allebei moe en inmiddels ook verkouden (niet gek met een weerstand van 0). En vooral Meike heeft flinke blaren. Na de eerste etappe (veel bergaf) lunchen we in Phakding. Niet dat dat veel helpt, het energiepeil staat nog steeds op nul. Maar het is nog even doorzetten. Voordat we weer vertrekken moeten we overigens eerst onze gids even wakkerschudden. Die heeft de pijp inmiddels ook aan Maarten gegeven. De laatste 8 km naar Lukla gaan dus omhoog. Stapvoets gaat het verder, totdat we rond 15.00 dan eindelijk aankomen. De tocht is nu echt volbracht!


Dag 12: Pangboche naar Namche Bazar
14,1km (3910m > 3440m)
We zijn gisteren al enorm ver naar beneden gelopen, van gletscherterrein naar de bomengrens. Het voelde alsof we alweer terug in het dal waren. Niets is minder waar, vandaag gaan we verder omlaag. Het eerste stuk gaat nog wel. Na een uurtje komen we aan in Tengboche, waar precies op dat moment een ceremonie (of hoe heet zoiets in het Boeddhisme?) in het klooster begint. We mogen een stukje meekijken. Ongelooflijk hoe toegewijd deze monniken zijn, deze bezigheid houden ze de komende week elke dag drie keer drie uren vol! Zo lang blijven wij niet hangen, want we moeten over een paar dagen nog een vliegtuig halen.
Het is vanaf nu wel gedaan met de vlakke stukken. Het eerste stuk gaat steil omlaag, vervolgens weer honderden meters klimmen en daarna continu op en af. Was het op de heenweg ook zo lang? Gevoelsmatig heeft iemand de route gewijzigd. Er lijkt geen eind aan te komen, maar uiteindelijk bereiken we dan toch Namche Bazar. We zijn eindelijk weer enigszins terug in de beschaafde wereld. Dat heet: we hebben een kamer met verlichting en stroom! En er is een douche – die weliswaar nog steeds een fortuin kost, maar toch. En een pot thee kost ook weer iets minder dan een rib uit je lijf, dus we nemen er meteen eentje bij aankomst in het theehuis.


Dag 11: Gorak Shep naar Pangboche
18,7km (5160m > 3910m)
Leven boven de 5000m, het is niet echt een pretje. Van werkelijk alles raak je buiten adem. En de overnachtingen op deze hoogte zijn ook niet je van het. Van het laatste beetje “luxe” (een lamp en stromend water) hebben we afgelopen twee nachten ook nog eens moeten afzien. Wat dat betreft hebben we het wel een beetje gehad, zeker nu het eindpunt bereikt is. We besluiten daarom vandaag zo ver mogelijk af te dalen. En hoewel het een vrij lange tocht is, is het niet extreem zwaar.
We gaan bijna alleen maar bergaf en ademen wordt met de minuut makkelijker. Waar we volgens schema in Pheriche zouden overnachten, wordt het eindpunt vandaag Pangboche. We lopen daardoor nu één dag voor op schema. En dat is misschien maar goed ook, want op het vliegveld van Lukla schijnt het een drama te zijn. Waar wij steeds perfect weer hadden, is het daar beneden schijnbaar zo slecht geweest dat er al 5(!) dagen geen enkele vlucht is geweest (ze vliegen niet bij slecht zicht, wat je direct begrijpt tijdens het zien van de landingsbaan). En dan zit je er dus vast. Morgen eerst maar eens verder afdalen richting Namche


Dag 10: Summit day!
15,8km (4910m > 5640m > 5160m > 5360m > 5160m)
Vandaag is het “summit day!”, zoals de bergbeklimmers zeggen. Mogen we het zo noemen? Eigenlijk niet echt, want de toppen hier zijn natuurlijk nog veel hoger. Maar toch, 5640m hoogte boven zeeniveau! Dat is toch best een nette prestatie! We vertrekken vandaag nog wat vroeger, om 7.15 laten we Lobuche alweer achter ons. Het eerste stuk naar Gorak Shep (waar we ook overnachten) lopen we in recordtempo.


Vandaag gaat het echt lekker. We zijn zelfs zo vroeg dat we besluiten nog vóór de lunch al naar de top te gaan: Kala Patthar (5640m). Hoewel sommige borden een andere hoogte aangeven, zou dit de officiele hoogte moeten zijn. Eigenlijk staat dit stuk pas voor morgen op de planning, maar we zitten er vandaag goed in en het is nog geen tien uur. En het weer is top, dat mag je hier nooit verspillen! Het is nog zo’n twee kilometer en vanaf het dorp dus nog een 500 hoogtemeters, dat fixen we wel even – denken we. Onze onderschatting was nog nooit zo groot: het zijn de zwaarste kilometers uit ons leven.
Dag 10: Lobuche naar Gorak Shep
Steil omhoog, adem happen (en ook te weinig gegeten). Bikkelen is het. Vooral de laatste 100m gaat het traag, een slak zou ons inhalen (nouja, mij dan, Meike gaat net iets sneller). Rond 10.45 staan we dan toch op het hoogste punt van de route, en misschien wel van ons leven! Het uitzicht is echt fenomenaal: Mount Everest, Nuptse, de Khumbu Icefall, Everest Base Camp, allemaal onder een strakblauwe hemel!
En dat is nog maar één kant. Voor ons zien we de (eindeloze) gletschervlaktes waar we vandaan zijn gekomen en rechts is er zicht op de Chola Pass (een mogelijke uitbreiding van deze route) en vele andere toppen. We genieten (helemaal alleen) een half uur van het uitzicht en na een heleboel foto’s lopen we weer terug. De mensen die we in al die tijd de berg op zagen strompelen, zijn ondertussen nog steeds niet boven (we zijn dus niet de enigen, iedereen moet strijden).


Tijdens de lunch zakken we wel wat in, onze grenzen zijn min of meer bereikt. Maar we móeten door (van onszelf dan), want EBC staat voor vandaag ook nog op de planning. Vanaf morgen willen we namelijk alleen nog maar omlaag. Het is nog eens zo’n drie kilometer enkel, maar veel minder zwaar. Helaas wel gigantisch druk (veel mensen komen namelijk alleen per helikopter hierheen om een foto te maken). De tocht naar Kala Patthar was voor ons veel leuker, maarja, we moeten natuurlijk wel het officiele eindpunt gezien hebben!


Dag 9: Dingboche naar Lobuche
8,7km (4330m > 4910m)
Ein-de-lijk: een keer goed geslapen! Gewoon de volle acht uur, ongekend (voor mij dan, Meike slaapt altijd)! Helemaal klaar dus voor de volgende etappe. En de weergoden zijn ons ook weer goedgezind, er is geen wolkje aan de lucht! We verlaten vandaag het gezellige dorpje Dingboche en lopen het eerste stuk langs voormalig gletscherterrein. Grotendeels vals plat omhoog dus tot aan de lunchplaats Thukla, waar we om 9.30 uur de zoveelste Dal Bhat (rijst, groentecurry, linzensoep) verwerken. Vooral Meike komt dit gerecht langzaam wel de keel uit. Maarja, het is wel heel voedzaam. En, niet geheel onbelangrijk, dit gerecht wordt als enige onbeperkt bijgevuld als je nog honger hebt – en dat heb je.
Direct na de lunch volgt een pittige klim. Weliswaar zijn het “maar” 200 hoogtemeters, op deze hoogte voel je elke meter. Stapvoets gaat het omhoog. Bovenaan bereiken we bijna op de meter nauwkeurig de magische grens van de Mont Blanc: 4808 meter! Vanaf nu lopen we dus hoger dan elke andere plek in de Alpen, toch best bijzonder voor ons laaglanders. Het laatste stuk gaat wederom vals plat omhoog, een relatief ontspannen eind voor vandaag. Het landschap verandert meer en meer in hooggebergte terrein en de hoogste toppen komen steeds dichterbij. Vooral het uitzicht op Mt Nuptse (waarachter Mt Everest voorlopig verscholen ligt) is vandaag erg mooi, we zijn in Lobuche bijna aan de voet van deze berg.




Dag 8: Dingboche
2,8km (4330m > 4600m > 4330m)
Vandaag is het weer acclimatisatiedag, alvorens het laatste stuk naar het eindpunt. Dat wordt ook wel tijd, want het verblijf op hoogte begint toch iets merkbaar te worden. Hoewel we nog geen enkele AMS verschijnselen hebben gehad tot dusver, worden de nachten steeds korter. Zo’n 4-6 uur slaap is – als we verschillende gidsen moeten geloven – geen slechte nacht.
Laten we het erop houden dat we dan “geen slechte nachten” hebben. Meike heeft er minder last van, maar heeft intern wat ruzie met de darmen. Al met al gaat het echt nog wel oke hoor, maar soms is het wel even doorzetten. De route van vandaag is overigens maar heel kort, vanuit het dorp lopen we de naastgelegen heuvel op. Toch bereiken we daarmee een respctabele 4600m. De rest van de dag spenderen we aan kleren wassen, thee drinken en uitrusten voor zover dat mogelijk is. Over het weer vandaag niks te klagen, het is wederom zonnig!





Dag 7: Pangboche naar Dingboche
8,2km (3910m > 4330m)
We hebben redelijk geslapen vannacht, maar Meike heeft ruzie met de darmen (of andersom?). Dit is een vrij gebruikelijk probleem op hoogte, maar heeft verder niets met AMS te maken. Dus, we kunnen verder, het is ook maar een kort stuk vandaag en er zitten geen steile stukken in, alleen maar vals plat omhoog.Dan het positieve deel: het is werkelijk een super dag! Blauwe lucht, een lekker zonnetje bij een graad of vijf en zicht op álle toppen om ons heen! Tekst en zelfs foto’s zeggen eigenlijk nog niet genoeg.
We nemen rustig de tijd voor de geweldige uitzichten en ontelbare foto’s (1e hieronder is weer Mt Everest)! Alsnog komen we rond 10.30 al aan op het eindpunt van vandaag: Dingboche. Wederom een kleurrijk dorpje, compleet afgezonderd van de wereld. Er is hier dus geen stroom of warm water meer. Alleen drinkwater wordt gekookt met behulp van convergerend zonlicht. We wassen onze kleren op de hand en hetzelfde geldt voor onze haren. Telefoons laden kost langzaamaan een vermogen (zo’n 3-4 euro per keer, een powerbank het dubbele) en datzelfde geldt voor een literfles water.
Geen probleem, want onze waterfles met filter werkt perfect! We drinken al dagen gewoon het water uit de kraan (dat waarschijnlijk rechtstreeks van de berg komt). En niet te vergeten de zonnelader. Twee onmisbare items voor deze tocht! We trakteren onszelf in de middag op een goeie cappucino a drie euro per stuk, wat voor Aziatische begrippen een vermogen is. Want wat er ook gebeurt vanaf nu, dit hebben we toch maar mooi gehaald. Morgen is weer acclimatisatiedag.





Dag 6: Namche Bazar naar Pangboche
13,8km (3440m > 3910m)
Het is best wel druk op de route en meer dan eens file lopen. Normaal is dat niet echt leuk voor een wandeling, maar hier hangt een hele andere sfeer. Er is maar één pad en iedereen heeft hetzelfde doel: het bereiken van EBC. Er hangt een enorm positieve sfeer in de lucht, ondanks dat het soms toch echt wel afzien is. We maken vaker een praatje met andere hikers, soms onderweg, maar vooral in de theehuizen.
Zo hadden we gisteravond een praatje met twee Australiërs, een van hen zou na EBC nog een berg gaan beklimmen. En van twee anderen (bergbeklimmers) hebben we twee nieuwe spelletjes geleerd: “Monopoly deal” en “Pass the pigs” (die laatste was hilarisch). Een van hen was overigens zijn backpack kwijt, die een drager op een verkeerde plaats had afgegeven. En zo zijn er nog veel meer gesprekken, altijd beginnend met vragen: hoe gaat het? Hoe lang ben jij hier al? Welke kant ga je op? Is het zwaar? Last van hoogteziekte? Konden we deze sfeer eens over de wereld verspreiden, er zou nooit meer oorlog zijn.
Dag 6: Namche Bazar naar Pangboche
Maargoed, dat was gisteren. Vandaag dus de volgende etappe naar Pangboche. Het weer is een stuk verbeterd en er schijnt flink wat zon. Dat maakt dat we voor het eerst bergtoppen kunnen zien en dus ook nu pas zien hoe hoog het hier is! We starten vol goede moed aan het eerste stuk wat redelijk vlak loopt. Maar dan komt de onvermijdelijke klim naar Tengboche: 550m stijgen naar bijna 3900m!
Voor het eerst is deze tocht echt zwaar. De zon schijnt volop en we beginnen de hoogte nu echt wel te voelen. Omhoog gaat stapvoets met maximale concentratie. Misschien was het ontbijt (alleen een omelet) ook wat karig. Maar: eenmaal boven wordt het harde werken wel beloond. We zien voor het eerst Mt Everest (links) en Mt Lhotse (rechts, eerste foto hieronder)! En verder nog allemaal mooie uitzichten op andere bergtoppen! We moeten nog een klein stukje naar het eindpunt van vandaag, waar we rond 13.00 uur arriveren. Al met al een geweldige dag!





Dag 5: Namche Bazar
10,4km (3440m > 3880m > 3440m)
Langer verblijven op grote hoogte is niet zonder risico’s. Er is steeds minder zuurstof in de lucht, waar je lichaam aan moet wennen. Daarom is vandaag acclimatisatiedag: dat betekent niets meer dan op dezelfde hoogte blijven en aan het zuurstofgehalte wennen. Het staat overigens niet gelijk aan rustdag – er zal elke dag gelopen worden. Vandaag gaan we daarom naar het hoger gelegen dorp Khumjung, hoger lopen lager slapen bevordert namelijk het accimatiseren.
Het hoogste punt wat we vandaag bereiken is het Everest View Hotel op 3880m. Ter vergelijking: dat is bijvoorbeeld hoger dan de Großglockner, de hoogste berg van Oostenrijk! En net iets hoger dan het hoogste punt waar we ooit geweest zijn. Dat was, tot vandaag dus, Aiguille du Midi in Frankrijk, een bergtop vanwaar de Mont Blanc te zien is (daar zijn we met de lift naartoe geweest). We zijn overigens binnen drie uurtjes alweer terug, en kijken dan nog even rond in het gezellige Namche Bazar.



Dag 5: Namche Bazar
De afgelopen dagen was het weer redelijk, vandaag is het dus echt slecht. Het regent de hele dag door (de moesson had er dit jaar blijkbaar zin in, want normaliter eindigt die ergens halverwege september). Dus zowel gisteren als vandaag hebben we nog niet echt de mooie uitzichten waar we op gehoopt hadden. Vanaf morgen zou het beter moeten worden, maarja, niets zo veranderlijk als het weer in de bergen. Waar het wel goed mee gaat, is onze fysieke staat. Vannacht wederom redelijk goed geslapen, en dat op een toch al respectabele hoogte van ruim 3400 meter boven verwachting. De hartslag en het zuurstofgehalte waren ook in orde (die worden soms gecheckt). En we hebben nog niet echt AMS (acute mountain sickness) verschijnselen gehad. Gelukkig ook maar, want in de komende dagen gaan we dus nog ruim 2km(!) stijgen.
Dag 4: Phakding naar Namche Bazar
11,3km (2610m > 3440m)
We hebben vannacht best goed geslapen. Het is weliswaar nog maar kinderspel, toch zijn we zelfs op deze hoogte eigenlijk nog nooit een nacht gebleven. Om zes uur gaat de wekker alweer en na kort inpakken en een ontbijtje vertrekken we rond 7.30. Had het vannacht nog pijpestelen geregeld, momenteel is het gewoon zonnig! De tocht gaat vandaag eerst een stuk vlak (niet écht vlak, maar Nepalees vlak, dus gewoon op en neer). We passeren onder meer de beroemde hangbruggen over de Dhudh Kosi rivier.
Het is zo’n zes kilometer tot de lunchplaats, waar we rond half tien ’s morgens al aan de lunch zitten. De beste keus daarvoor is overigens de lokale Dal Bhat. Of zoals de locals zeggen: power food. Dit gerecht bestaat uit rijst, linzensoep, gebakken spinazie, naan brood en groente/aardappelcurry. Alles in kleine beetjes, maar ze komen steeds vragen of je meer wilt! Dat voedsel is trouwens hard nodig voor het tweede deel van vandaag, de klim van zo’n 500 hoogtemeters naar Namche Bazar.
Hoewel deze klim vrij zwaar schijnt te zijn, valt het ons mee. Rond 12.00 uur arriveren we en zijn we alweer op 3440 meter! Het dorp is overigens het laatste met nog enigszins basale voorzieningen, zoals stroom en warm water. Alles wat hier is, is via dezelfde weg gekomen als wij, door de honderden dragers en yaks die de route dagelijks afleggen. Echt, wat deze mensen op hun rug dragen, dat houdt Jan Modaal nog geen tien meter vol! Ongelooflijk! Ohja, bijna vergeten te vermelden hoe mooi deze route is! Vandaag komen de eerste sneeuwtoppen (6000ers) in zicht!






Dag 3: Lukla naar Phakding
8,2km (2860m > 2610m)
“Be ready at 1 am” was de boodschap gisteravond. Sorry, hoe laat? Ja dus, om 1 uur ’s nachts zou de bus vertrekken. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, want we hebben het voor elkaar gekregen om toch nog zo’n vier uurtjes te slapen. Minder moe dan verwacht (maar nog steeds heel moe) staan we in de lobby, met twee backpacks en een grote waterdichte duffel bag (die laatste kregen we gisteravond vrij onverwacht, blijkbaar is er voor ons tweeën een gids én een drager). Reden voor het vroege vertrek is de recente verplaatsing van luchthaven van Kathmandu naar Ramechhap. Hoewel het vliegveld maar zo’n 100km verderop ligt, doen we er zo’n vier uur over. Waarom? Rij maar eens over de bouwplaats – na drie weken regen.
Rond zes uur ’s ochtends komen we aan op het vliegveld van Ramechhap. De enige manier om de everest base camp trek te bereiken is namelijk via het vliegveldje van Lukla. Deze vlucht is erg berucht en staat ook wel bekend als zo’n beetje de gevaarlijkste ter wereld. Waarom? Het vliegveld van Lukla ligt letterlijk ín de bergen en heeft een landingsbaan van zo’n 500(!) meter.
Er kunnen alleen kleine propellorvliegtuigjes landen en dan nog loopt de landingsbaan schuin omhoog omdat er anders niet voldoende afgeremd kan worden. Eenmaal de landing ingezet, is er geen enkele uitwijkmogelijkheid meer. Dan zijn er nog de weersomstandigheden: indien bewolkt kan er sowieso niet gevlogen worden en dat kan ter plekke pas bekeken worden. En tel daar ook nog eens bij op dat Nepalese vliegmaatschappijen (in Europa) op de zwarte lijst staan vanwege de relatief vele ongelukken.
Dag 3: Lukla naar Phakding
Het mag duidelijk zijn, we zaten er niet op te wachten. Maar hoe anders was de realiteit: de vlucht werd de mooiste die we gehad hebben! Het leek meer op een zweefvlucht, maar dan tussen de bergen van de Himalaya door! Het was een soepele vlucht en dito landing. Echt al een ervaring op zich!
We staan dus veilig in Lukla, eindelijk kunnen we echt gaan starten aan Everest Base Camp, verreweg de meest bekende en bezochte hike in Nepal. Eerst krijgen we een typisch Nepalees ontbijt: linzensoep, naanbrood en een roerei. En dat op een mooie plek, met uitzicht op de landingsbaan waar het ene na het andere vliegtuigje aankomt – en vertrekt. De “hike” van vandaag is niet heel moeilijk, het is een breed pad en per saldo dalen we dus af. Prima om even te wennen.
We passeren veel gezellige dorpjes die de sherpa-cultuur ademen. Kleurrijke vlaggetjes, de geluiden van de koeienbellen, de Nepalese dragers en gidsen en natuurlijk de uitzichten op de Himalaya. We zitten nu écht in de film Everest (reden dat we hier nu zijn is dat we deze film een jaar geleden zagen). We zijn zelf voor de komende twee weken ook vergezeld van zowel een gids (sherpa) als een drager (porter). Voor beiden diep respect: onze gids is al op Mount Everest geweest, en wat kunnen de dragers een gewicht sjouwen! We voelen ons een beetje bezwaard. Morgen proppen we iets meer kilo’s in onze eigen tas.





Dag 2: Briefing en shoppen
Er staat vandaag eigenlijk vrij weinig op het programma. Dat is nodig ook, want alle extra rust is meegenomen. We krijgen een korte briefing over de komende twee weken, waarna we met de eigenaar van de trekking club de resterende spullen moeten aanschaffen. Een beetje vreemd is het wel, hij neemt ons mee naar een winkel waar hij ons allemaal dure spullen aan wilt smeren. Gelukkig zijn we inmiddels wat brutaler geworden, want daar gaan we dus niet in mee.
Om de beste man toch enigszins te vriend te houden, kiezen we een paar essentiële items van zijn waslijst (en dan de goedkoopste, dat is echt goed genoeg). We lopen daarna zelf nog door het stadsdeel Thamel (bekend als hét centrum voor trekking en bergbeklimmen). Je vindt er de ene naast de andere shop met hiking outfits, duffel bags, down jackets en nog veel meer. Voor 15000 Rupee (zo’n 115 euro) scoren we twee goeie wandelbroeken en twee dikke winterjassen (uiteraard nep, maar dat maakt ze niet minder warm). En een mooie souvenir voor thuis. Oh ja, afdingen hoort er hier echt bij!

Dag 1: Aankomst in Kathmandu
Eigenlijk start de echte hike pas over twee dagen, maar elke trekking begint en eindigt natuurlijk in de hoofdstad van Nepal: Kathmandu. We landen pas aan het einde van de middag op Tribhuvan International Airport, waar het verrassend rustig is in de aankomst hal. We hadden gelezen over vreselijk lange wachttijden voor de Visa on Arrival, maar dat valt dus reuze mee. Sterker nog, zo snel ging het zelden. Het is wel handig om wat geld mee te nemen, want de enige pinautomaat die er te vinden is, is erg onbetrouwbaar. Gelukkig werkt één van onze pinpassen, maar sommige andere reizigers hebben pech. Ze accepteren hier trouwens ook US Dollars.
We worden op het vliegveld opgehaald en naar het hotel gebracht waardoor we meteen kennismaken met het verkeer. Daar waar in Thailand een stoplicht puur ter decoratie dient, hebben ze deze in Nepal al helemaal niet meer! Wie het eerst komt, wie het eerst maalt is de regel bij een kruising. We rijden een half uurtje en verblijven midden in de wijk Thamel!

BESTEMMING 4: THAILAND
26/09 t/m 29/09: Bangkok
De laatste paar dagen van de maand zijn we in de hoofdstad: Bangkok. Hoewel we in ons hoofd al meer bezig zijn met de komende twee weken, hebben we er wel een paar leuke dagen gehad. Eerst een paar feiten: Bangkok is dus verreweg de grootste stad van Thailand. Een immense stad, met zo’n 10(!) miljoen inwoners – en minstens zoveel scooters. Je verplaatsen door de stad gaat altijd even traag, ongeacht het vervoermiddel. Een busrit van tien kilometer duurt gemiddeld een uur (of langer). Idem voor de taxi. Lopen is dus net zo snel, maar dan is de kans dat je door een scooter geschept wordt zeer zeker niet te onderschatten. Zebrapaden dienen enkel als decoratie (en verkeerslichten ook).



Desalniettemin is het ons toch gelukt om de stad te verkennen. Zo zijn we bij de bekende tempel Wat Arun geweest, bezochten we Grand Palace en Wat Saket (mooi uitzicht over de stad). Ook zijn er best veel moderne winkelcentra en mooie stadsparken. Vooral Lumphini Park was erg leuk, daar lopen en zwemmen talloze varanen door het park. We hadden deze mini krokodillen al eerder gezien, maar niet zo groot: sommige waren wel twee meter lang. Hoewel ze niet echt gevaarlijk zijn, blijft het apart en enigszins beangstigend om deze dieren te zien rondbanjeren.



Thailand was toch weer een mooie ervaring. We hebben vooral genoten van de cultuur (het is hier met alle Boeddhistische tempels en monniken echt zo anders dan thuis!), de mensen die altijd vriendelijk en beleefd zijn en natuurlijk de heerlijke Thaise curry! Wat we inmiddels wel als kiespijn kunnen missen zijn de continue hitte en de terror muggen. Morgen vliegen we verder naar de volgende bestemming: Nepal. Met de trekking in de Himalaya in het vooruitzicht zal het weer compleet anders worden.
22/09 t/m 25/09: Koh Samet
De reis naar Koh Samet neemt een grove 21 uur in beslag. Eerst nemen we een taxi naar het treinstation van Chiang Mai. Hier vertrekt om 18.00 uur de nachttrein naar Bangkok. Zeker niet de goedkoopste optie om naar de hoofdstad af te reizen, maar dit wilden we toch wel eens meemaken! Om 20.00 uur besluiten de conducteurs dat het tijd is om te gaan slapen en worden de bedden uitgeklapt. Uiteindelijk besluiten wij dan ook maar op tijd te gaan slapen, wat niet bijster goed lukt gezien de trein nogal schommelt, er veel licht is en de bedden erg kort zijn.
De ochtend erna komt om 05.55 iemand langs om ons wakker te maken en nog geen 15 minuten later worden we vriendelijk, doch streng verzocht om plaats te maken zodat de bedden weer opgeklapt kunnen worden tot zitplaats. Zo zitten we nog ruim een uur met onze bagage tot de trein aankomt in Bangkok. Hier staan vervolgens de taxichauffeurs al te schreeuwen die ons maar al te graag naar de plaats van bestemming willen brengen. Wij hebben ons vervoer naar Koh Samet echter al geregeld.

22/09 t/m 25/09: Koh Samet
De eerste volle dag op Koh Samet moeten we nog een beetje bijkomen van de reis. We doen niet heel veel, buiten enkele strandjes bezoeken (Sai Kaew Beach en Ao Pai Beach). Waar we werkelijk versteld van staan, is het witte zand dat echt heerlijk aanvoelt onder je blote voeten!

De afgelopen periode hebben we de benen redelijk warm gehouden door wat kilometers te lopen. Vandaag is het echter tijd voor een grote ronde om nog wat fitter te worden voor de trekking volgende week. We lopen helemaal naar het zuiden van het eiland en weer terug. Onderweg komen we mooie baaitjes tegen waar weinig tot niks te doen is: Wong Duean Beach en Ao Wai Beach. Eenmaal bij Ao Pakarang uitgekomen kunnen we uitkijken op een klein eilandje dat maar 1.5 km van de kust af ligt. Het is onbewoond. Na de tocht is het tijd voor een Thaise curry! De laatste dag op Koh Samet doen we het weer rustig aan. Het is geen straf om hier op het strand te liggen!

14/09 t/m 21/09: Chiang Mai
Na zuid-westkant van Thailand wordt het tijd voor een andere regio. We hebben vandaag een binnenlandse vlucht naar de grootste stad van het noorden: Chiang Mai. Noemenswaardig is het vliegveld op Ko Samui: inchecken, douane en gates, voor het eerst is alles buiten. En overal rieten daken. Het geeft erg veel sfeer! We komen al vrij vroeg op de dag aan en daarom lopen we de rest van de middag door de oude binnenstad (waar we ook slapen). Ondanks dat het de tweede grootste stad van Thailand is, is het helemaal niet zo extreem druk in dit gebied. Het staat helemaal vol met boeddhistische tempel en overal lopen monniken rond.


De tweede dag in Chiang Mai gaan we een keer zelf Thais koken! We worden ‘s middags namelijk opgehaald voor een kookcursus. We rijden met een busje naar een soort boerderij, waar we een complete Thaise maaltijd gaan maken: soep, een rijstgerecht en curry. Het leukste vinden we de curry, deze maken ook echt helemaal zelf, vanaf het plukken van de kruiden uit de tuin. En uiteindelijk is het nog best goed gelukt!


14/09 t/m 21/09: Chiang Mai
We verkennen op de derde dag het berggebied ten noordwesten van de stad. Daarvoor huren we een auto bij een lokale verhuurder, direct naast het hostel. Het eerste stukje in de stad is het verkeer nogal chaotisch (nog erger dan Kaapstad, gelukkig hebben we enige ervaring met links rijden), maar eenmaal in het berglandschap verandert dat. Hier is het meer uitkijken voor omgevallen bomen op de weg en dat soort obstakels. We rijden vandaag een route naar het hoogste punt van Thailand: Doi Inthanon.
Met de top iets boven 2500 meter is het niet heel erg hoog. Wel zijn er onderweg erg mooie uitzichtpunten en enkele rijstvelden. En niet te vergeten de prachtige slingerwegen door het regenwoud! Pas aan het eind van de middag zijn we terug, de Toyota heeft het netjes uitgehouden en we hebben niet 1 scooter geraakt (ja, dat is hier echt een prestatie)! Morgen maken we er een rustige dag van, want daarna hebben we de nachttrein naar Bangkok.

13/09 t/m 17/09: Koh Samui
De reisdagen als backpacker duren meestal erg lang, maar horen er nu eenmaal bij. Ook vandaag is het weer een lange dag buszitten tot aan de Donsak Pier. Vervolgens nog een boottocht naar Ko Samui en de laatste transfer naar het hotel. We verblijven de komende vier dagen op Chaweng Beach.
Ko Samui is het grootste eiland en samen met Ko Phanang en Ko Tao een erg toeristische regio in de golf van Thailand. Dat betekent een gigantische batterij ‘toeristische winkels’ waar ze overal dezelfde troep verkopen. Zo erg als Phuket is het nog net niet, maar nog steeds niet echt ons ding. Het strand is overigens wel mooi en gelukkig is het laagseizoen. Alleen de derde dag bezoeken we een aantal boeddha beelden en tempels, bij elkaar gelegen aan de noordkant op zo’n 10km lopen. Maar verder blijft het bij koffie drinken en strandhangen.


09/09 + 12/09:Khao Sok NP
We gaan weer twee dagen reizen. De eerste dag gaan we met de boot naar Krabi (gelukkig pas in de middag, dus eerst nog even genieten van het mooie strand). De avondmarkt in Krabi was ook erg gezellig. En vanaf hier met een bus (jawel, eens kijken hoe ze hier rijden) richting Khao Sok, een vrij bekend nationaal park van Thailand.
Het Khao Sok NP bevat een van de oudste regenwouden van Thailand, wat ook reden is geweest om dit gebied als nationaal park te benoemen. We verblijven er twee dagen. De eerste dag maken we enkel een korte wandeling door het gebied, vlakbij het gelijknamig gelegen dorp. We hadden de hoop hier nog wat jungledieren tegen te komen die we nog niet gezien hadden, maar helaas. Het blijft bij een kolonie makaken (ook grappige beesten trouwens). In het midden van het park is een groot (stuw)meer gelegen, waar we op de tweede dag een uitstapje naar maken.
Vanaf de stuwdam zitten we de eerste uren op de boot, totdat we een grot bereiken. De gids vertelt dat de waterhoogte door het jaar heen gigantisch fluctueert, het deel waar we nu op varen valt buiten het regenseizoen zelfs helemaal droog. Dat verklaart ook waarom er allemaal dode boomstammen uit het meer steken. In de grot vinden we een aantal vleermuizen en (echt gigantische) spinnen, maar de slang die er gisteren blijkbaar zat is met de noorderzon vertrokken. Jammer. Of gelukkig maar, voor Meike. Na de grot meren we nog aan voor een lunch en een waterval. Het was een vrij lange tocht, maar achteraf misschien niet helemaal het geld, zo’n 100 euro, waard. Of komt dat misschien omdat we inmiddels al veel jungle gezien hebben?


05/09 t/m 08/09: Phi Phi Don
Na een rustig ontbijt vertrekken we met een busje naar de Rassada Pier voor de overtocht naar het tweede ‘tropische’ eiland van onze reis: Phi Phi Don. Na twee uurtjes varen (op een vrij ruwe zee) arriveren we aan de Ton Sai Pier. Phi Phi Don bestaat eigenlijk uit twee delen: links enkel groen begroeide steile rotsen (niet bewoond) en rechts een wat meer glooiend deel (wel bewoond).
Beide stukken zijn verbonden aan elkaar door een smalle kuststrook, wat zowel aan de voor- als achterzijde een hele mooie baai oplevert. We lopen kort door het drukke plaatsje en gaan vervolgens richting de accomodatie. Dat is een wandeling langs en over het strand van 2,5km. Bij aankomst wordt ons verbaasd gevraagd waarom we gelopen hebben, we hadden blijkbaar ook (gratis) de Longtail boot kunnen pakken. We verblijven overigens, zo blijkt later, aan het mooiste strand van het eilandje. En toeval (of niet), het heet Long beach.
De eerste dag maken we een rondje over het rechterdeel van het eiland. Het is redelijk weer (bewolkt, geen regen), prima voor een wandeling. We lopen een paar kilometer naar de hoogste top voor een mooi uitzicht over de baai. Was het tot hier een breed pad, vanaf nu wordt het meer een jungle trail. Het wordt een vrij avontuurlijke wandeling, want de paden zijn bijna helemaal dichtgegroeid en we komen niemand meer tegen. Althans, geen mensen, wel veel salamanders, apen en een paar slangen…



05/09 t/m 08/09: Phi Phi Don
Het weer is vandaag een stuk verbeterd (zonnig, jazeker). Na een luie ochtend is het dus tijd voor een snorkeltocht. Met een gids en een stuk of vijftien andere toeristen gaan we met een speedboot naar Phi Phi Ley, een dichtbij gelegen onbewoond eiland. Het is vrij ruig, steile rotswanden steken recht uit het water en soms zijn er verscholen strandjes en baaien. Het mooiste plekje is ongetwijfeld Maya Bay, maar helaas is dit strand niet meer toegankelijk. Of misschien maar goed ook, want wat gaan mensen jammer genoeg slecht om met de natuur… Vooral op het eiland waar we verblijven zijn sommige stranden veranderd in bergen plastic.
Na verschillende stops om te snorkelen zien we de zon langzaam ondergaan vanaf zee. Erg mooi, maar het leukste van de dag moet dan nog komen. We varen naar het laatste plekje van de dag, een baai waar we na de schemering nog de zee in gaan. Hier is namelijk plankton te zien. Deze organismen leven overdag dieper in de zee, maar komen ‘s nachts meer naar het oppervlak. Om zichzelf te beschermen, geeft het plankton via een chemische reactie licht af (enkel wanneer het water beweegt). Wanneer we dus met armen en benen bewegen, zijn er duizenden kleine lichtjes onder water te zien!
De laatste dag wordt een luierdag op het strand (wat geen straf is op deze mooie plek). Het weer is nog beter dan gisteren, eigenlijk perfect te noemen. Hoewel we de Perhentians toch nog iets mooier vonden, was ook dit eiland echt heel erg mooi!



01/09 t/m 04/09: Phuket
Vandaag verlaten we Maleisie, de komende maand reizen we door Thailand! Na een uurtje vliegen komen we aan in Phuket, waar het dus echt hard regent (we wisten wel dat we in het regenseizoen zitten, toch valt het tegen)! Ook de vierde keer langs de douane gaat weer soepel en een half uurtje later zitten we in de Phuket Smart Bus, een pendelbus vanaf het vliegveld naar verschillende vakantieoorden. De rit duurt nog eens anderhalf uur, waardoor het bij aankomst al donker is. Zo ‘smart’ is de bus overigens niet, want de vertrektijden kloppen van geen kant.
De eerste dag is eigenlijk niet heel actief, we wilden naar Big Buddha lopen, maar halverwege het wandelpad zijn een paar bomen omgevallen, waardoor we dus niet verder kunnen. Het blijft vandaag dus bij een rondje door het centrum van Karon Beach. Als voetganger moeten we wel op onze hoede zijn, want het is hier nog erger dan in Maleisie.
Voorrang krijg je sowieso nooit (geen idee waar de zebra’s hier dan wel voor moeten dienen) en de gedeeltes langs de weg die voor trottoir moeten doorgaan worden grotendeels als scooterparkeerplaats gebruikt. We lopen verder ook een stuk langs de kust, maar de stranden zijn helaas niet zo mooi als in de folders. De zee is vrij ruw, van tijd tot tijd zijn er flinke buien en de zon laat zich helemaal niet zien (alles dus vanwege moesson tijd). Toch is het wel even lekker om de hoge golven te trotseren.

01/09 t/m 04/09: Phuket
De weerapps liegen er niet om, net als gisteren is voor vandaag weer ruim 80mm regen voorspeld. We nemen toch maar de gok en pakken de ‘smart’ bus naar Blue Tree voor een dagje zwemplezier – je bent dan toch al nat, zullen we maar zeggen. Keerzijde van het regenseizoen is dus dat er werkelijk geen klap te beleven valt, bij aankomst vragen we ons af of het wel open is. Er is zowaar iemand bij de kassa te vinden en diegene vertelt ons ook nog dat we deze maand 50% korting krijgen. 1100THB (ca. 30,-), dat valt goed mee voor twee volwassenen.
Daarvoor krijgen we terug: een groot – leeg – zwembad, springtoren tot 9m hoogte, zipline en glijbanen met schans (daar ging het om!). En er zijn ook nog twee leuke shows. Al met al een hele leuke dag, want we hoefden dus nergens te wachten en de voorspelde regen kwam er niet!
Hoewel weerapps hier in feite onbruikbaar zijn, lijkt de voorspelling nu wel uit te komen. De hemelsluizen zijn vandaag de hele dag geopend, en flink ook. Het wordt de eerste dag dat we echt niks meer kunnen doen dan in het hotel hangen. Gelukkig hebben we wel een grote kamer en valt er genoeg te lezen. Het maandgemiddelde aan neerslag lijkt daarmee in de afgelopen vier dagen en vooral nachten wel gevallen, dus vanaf morgen wordt het weer lekker weer – wishful thinking.

BESTEMMING 3: MALEISIE
31/08: Penang Hill
Het is alweer de laatste dag in Maleisie. We zijn gisteren teruggevlogen naar Penang om overmorgen vanuit hier weer naar Phuket te vliegen (een beetje omslachtig, maar de veerboot naar Langkawi die we hadden willen nemen is kortgeleden opgeheven). Vandaag dus nog een laatste dagje op het eiland (dat via twee bruggen met het vasteland verbonden is). Omdat we gisteren al door Georgetown hadden gelopen, gaan we vandaag richting Penang Hill – met de bus, dat kost maar liefst 80 cent per persoon retour.
Eerst bezoeken we Kek Lok Si, dit zou de grootste Boeddhistische tempel van Maleisie zijn. Erg mooi zijn de ontelbare Boeddha beelden, maar helaas staat alle informatie enkel in het Chinees, dus kunnen we er niet veel meer over te weten komen. We lopen vervolgens de Penang Hill Hike, een rondwandeling van 12km naar de top op 735m hoogte. Niet echt heel veel hoogtemeters, maar wat is het een zware tocht met deze temperaturen. Een dagje sauna is er niks bij! Wel alvast een goede oefening, de komende maand kunnen we hopelijk nog wat meer hikes gaan maken, anders wordt het helemaal niks in Nepal…




26/08 t/m 30/08: Langkawi
Na de vlucht komen we aan het eind van de dag aan op Langkawi, een vrij bekend eiland aan de westkust van Maleisie. We overnachten de hele periode in een b&b en worden door de eigenaren zelfs van het vliegveld opgehaald. Het is verder een heel ruime accomodatie en het ontbijt is perfect, zelfs met verse smoothie en fruitmix (het lokale fruit bestaat hier vooral uit watermeloen, mango, ananas en drakenfruit, erg lekker allemaal).
De eerste dag verkennen we het eiland per scooter (deze konden we voor weinig geld huren bij de accomodatie). Het eiland leent zich daar perfect voor, aangezien we in ongeveer 100 km helemaal rond kunnen rijden, inclusief wat omwegen. We bezoeken onderweg een waterval en het strandje Pantai Ruh. In tegenstelling tot de Perhentians is het zeewater hier niet zo helder. Niet echt voor strandgangers dus, het zijn meer de mooie uitzichten (begroeide rotsen en mini eilandjes die overal uit het water steken).
We komen aan het eind van de dag terug en vragen ons dan eigenlijk pas af of we uberhaupt wel op dit apparaat hadden ‘mogen’ rijden. Officieel dan, want zo’n beetje elke inwoner zie je erop rondknallen, inclusief kinderen. We hadden allebei nog nooit op een scooter gezeten, dus ook niet echt een referentiepunt, maar het ding kon gevoelsmatig wel erg hard. Na wat onderzoek blijkt dat men hier alleen maar zwaardere jongens heeft (dus niet de 50cc brommertjes van Nederland). Maar wat hier nou wel en niet officieel is toegelaten is ons nog altijd niet duidelijk. We hebben het in ieder geval maar bij 1 dag gelaten. Het was wel een leuke ervaring!


26/08 t/m 30/08: Langkawi
De tweede dag willen we de Skybridge bezoeken, een uitzichtpunt aan de westkant van het eiland, enkel bereikbaar met de nabijgelegen gondel. Maar als we aankomen is het zo druk dat we besluiten door te lopen naar de 7 Wells watervallen. Het zijn maar een paar honderd hoogte meters, maar wat voelt dat zwaar in het benauwde weer! De verfrissende duik is des te beter. Op de terugweg begint het meer en meer te betrekken, en als we terug aankomen in het dorpje krijgen we de zwaarste bui van de reis over ons heen. Terwijl de oostkant nu het droge seizoen heeft, is het aan deze kant dus regenseizoen. Ook de rest van de dagen heeft het veel geregend, al zijn het dus steeds maar korte buien (met stortregen, dat wel).
Op de derde dag bezoeken we nog een wat drukker strandje aan de zuidkant: Pantai Cenang. In de avond gaan we voor de tweede keer naar de Night market. Deze markt is elke dag van de week in een ander plaatsje op het eiland en er zijn tal van eetkraampjes te vinden. Ieder kraampje verkoopt kleine porties van een bepaald lokaal gerecht. Zo eten we er onder andere Nasi Lemak (rijst gekookt in kokosmelk met komkommer, geroosterde pinda en chilisaus), Sate, Noodles, een soort poffertjes en pannenkoeken met pindavulling. Allemaal even lekker, en dat voor omgerekend nog geen 3 euro per persoon. Geen wonder dat het hele eiland hier op af lijkt te komen! Morgen vliegen we trouwens weer terug naar Georgetown.



24/08 + 25/08: Van oost naar west
Vandaag ‘moeten’ (dit is zo’n plek waar je nooit meer weg wilt…) we helaas alweer verder, maar niet voordat we in de ochtend een tweede snorkel tour gedaan hebben. Het was gisteren zo mooi, dat moesten we nog eens meemaken! Deze tour gaat langs andere plekjes en we zien onder andere zeeschildpadden, clownvissen (Nemo) en kleine haaien! Ook de koraalriffen zijn vandaag weer erg mooi. Het is jammer dat we geen onderwatercamera hebben om wat meer vast te kunnen leggen.
De schaarse onderwater foto’s zijn afkomstig van onze – toch niet zo waterdichte – smartphone. Deze ligt momenteel in een zak rijst aan de beademing, maar gaat het hoogstwaarschijnlijk niet meer overleven… Gelukkig was het de oude telefoon die we voor potentiele zakkenrollers hadden meegenomen. Aan het eind van de dag reizen we met de boot terug naar Kuala Besut. Morgen hebben we dan een busrit naar Georgetown gepland en overmorgen een korte vlucht van Penang naar Langkawi (je moet er wat voor over hebben).


23/08: Snorkel tour
Vandaag hebben we ons opgegeven voor een snorkel tour. We stappen in een nog kleinere boot dan gisteren (met nog twee anderen en de gids zit het vol) voor een tochtje langs enkele strandjes en onbewoonde eilandjes, onder andere Pulau Rawa en Pulau Serenggeh. Steeds stopt de boot zo’n honderd meter voor het eiland en kunnen we vanaf daar richting het strand zwemmen, waar we weer worden opgepikt. Het was gisteren al genieten, maar vandaag is wel echt heel erg mooi! Het zeewater lijkt wel kraanwater en we zien overal felgekleurde vissen door de koralen zwemmen! De laatste stop is het mooist: Turtle Beach. De foto’s zeggen waarschijnlijk genoeg. Echt prachtig, om nooit te vergeten!



22/08: Pulau Perhentian Kecil
We hebben goed geslapen en staan rond een uur of 10 te wachten op de boot. Vandaag reizen we namelijk verder naar de Perhentians, een eilandengroepje dat enkel per boot bereikbaar is vanaf het haventje van Kuala Besut. Voor ongeveer 40 euro kopen we 2 retourtjes en worden we naar de ‘veerboot’ begeleid – een soort sloep met een motortje achterop, veel meer is het niet. Met 14 anderen en evenveel koffers zit de boot echt helemaal vol en lijkt het wel of we nog voor vertrek al gezonken zijn (dat iedereen een reddingsvest aan moet doet het vertrouwen nog wat verder kelderen).
Het valt mee, een goed half uur volle kracht vooruit en we zijn er! We worden letterlijk op het strand afgezet, de laatste pas met alle bagage gaat door de branding. Alle accomodaties op deze eilanden liggen namelijk op verschillende strandjes en verder is er niets van vervoer. Wil je naar een ander strand, dan kun je een taxibootje nemen! Wij verblijven overigens op long beach, het drukste strand van de eilanden. Het strand staat vol met accomodaties, restaurantjes en tour tentjes. Dat maakt het wel super sfeervol, alles is op het strand! Schoenen zijn niet nodig en vanuit onze kamer is alles binnen 20 meter bereikbaar: winkels, restaurants, activiteiten en de zee!



21/08: Busreis naar Kuala Besut
Gisteren even een dagje bijgekomen en niks gedaan, want vandaag staat er alweer een lange busritop de planning. We reizen naar Kuala Besut. Omdat de busreis zo’n acht uur duurt, hebben we hier eerst een overnachting.
19/08 + 20/08: Jungle trekking Taman Negara
We konden ons gisteren direct inschrijven voor een dagtocht, dus vanochtend rond 9 uur zitten we klaar voor de jungle trekking. Met een groepje van 10 personen en een gids vertrekken we. Eerst steken we weer de rivier over op een klein bootje, waarna we een tocht van ongeveer acht kilometer maken door het regenwoud. Onderweg vertelt de gids vanalles over de bomen en planten die hier groeien. Links en rechts kunnen we ook wat fruit van de bomen plukken. Nooit geweten dat er zoveel verschillende eetbare vruchten in zo’n bos groeien!
Dat is trouwens niet het enige, er zit ook veel ongedierte. We waren het meest huiverig voor de bloedzuigers, maar met een lange broek en een volle bus insectenspray hebben we eigenlijk nergens last van! Na een paar uur lopen bereiken we het eindpunt van de tocht, een kleine waterval. We hebben het zo warm dat we met kleren en al in het water springen, heerlijk! De terugtocht bestaat vervolgens uit een boottocht (soort lange kanoachtige boot) over de rivier. Het gaat echt hard en je wordt zeiknat, dat was zonder meer het hoogtepunt van de tocht van vandaag! Morgen is het trouwens rustdag.



18/08: Naar Kuala Tahan
De reis gaat weer verder: al vrij vroeg om 08.00 uur moeten we in de bus zitten voor de volgende bestemming: Kuala Tahan. Het is een rit van een halve dag, al arriveren we al een stuk eerder. Dat heeft alles te maken met de kamikaze piloot achter het stuur. Nou rijden ze in dit land allemaal al bijzonder sportief, maar deze kerel denkt echt dat hij Max Verstappen is. Wat een gek, gelukkig leven we nog… Het dorp waar we de komende dagen overnachten ligt aan de Tembeling rivier, tegenover de ingang van Taman Negara NP, een drukbezochte plaats voor jungle trekkings.
Dat gaan we dan ook morgen doen. Vandaag staat enkel nog een restaurant op de planning. We bezoeken een van de vele ‘ floating restaurants’ (we bestellen noodles, ook een lekker gerecht!) die dus op de rivier drijven en enkel per boot bereikbaar zijn. Er varen tal van kleine bootjes rond, die je voor 1 ringgit ergens naartoe brengen. De rivier is best breed, heeft een modderige bruine kleur en direct daarnaast is overal dichtbegroeid bos. De hele setting voelt een beetje alsof we in een film van Rambo zijn aangekomen.
Tussendoor, de ringgit is dus de lokale munteenheid (uitgedrukt in RM of MYR) en voor een euro krijg je ongeveer 5 ringgit. Zelf boodschappen doen of koken is niet nodig, uitgebreid avondeten kost gemiddeld zo’n RM30. Dat betekent dus dat we hier samen voor iets meer dan een tientje dineren (en nog lekker ook!). Een blikje fris kost ca. RM3 (60 cent!) en overnachten doen we voor zo’n 15 – 35 euro. Die laatste prijs geldt dus voor het appartement in Kuala Lumpur! Geen wonder dus dat hier overal backpackers te vinden zijn.

17/08: Jungle trail
We hadden nog niet echt een plan voor vandaag, maar bij het ontbijt vragen twee spanjaarden of we mee willen gaan hiken. Sowieso komen we af en toe wel andere reizigers tegen, die dan ook weer vanalles vertellen over hun reis en waar ze vandaan komen. Zo groeit de lijst met de landen die we nog moeten bezoeken alleen maar. Vandaag dus een korte jungle trail. Gelukkig zijn we met vier, want het is niet heel makkelijk om de route te vinden. En bovendien is het best steil, overal dichtbegroeid en enorm glad en modderig door alle regen die hier dagelijks valt. Wel mooi, zo’n wandeling door het dichtbegroeide bos! We eindigen bij Cameron Valley Tea, waar we – je raadt het al – een kop thee drinken bij de lunch.

16/08: Tour door Cameron Highlangs
Vandaag weer een tour: we vertrekken in de ochtend met een soort jeep richting de theeplantages die hier overal te vinden zijn. We stoppen eerst bij BOH Tea Centre voor een korte rondleiding door de theefabriek en natuurlijk een kop lokale thee. De thee wordt gemaakt van blad van een bepaalde boomsoort. De bladeren worden verhit, drogen uit en worden versnipperd tot thee zoals wij ze in de zakjes aantreffen. Om het oogsten makkelijk te houden worden de bomen zeer kort gehouden tot struikje. De heuvels rondom kleuren prachtig groen kleuren. We rijden vervolgens door naar het Mossy Forest, waar de gids vertelt over een aantal typische planten die hier groeien. We weten nu dus ook waar bijvoorbeeld citronella vandaan komt. Het mooiste vinden wij overigens de bananenbomen, met grote groene bladeren en zwarte stam.


15/08: Tanah Rata
Vandaag reizen we per bus het binnenland in. Vanaf de bus terminal in Kuala Lumpur (mega groot) reizen we naar Tanah Rata. Vooral de groene omgeving onderweg is erg mooi, met veel palmbomen en andere tropische planten. Oh en natuurlijk niet te vergeten: het restaurantje waar we heerlijk Indisch gegeten hebben. We bestellen Biryani, een soort rijstschotel met groente en yoghurtsaus. Gelukkig kozen we voor ‘less spicy’, dat was pittig genoeg. Morgen zijn we hier waarschijnlijk weer te vinden.
10/08 t/m 14/08: Kuala Lumpur
De reis naar Maleisie bestaat weer uit een nachtvlucht. Dat, in combinatie met de eerste drie weken intensief reizen en het tijdsverschil maakt het tijd om even bij te komen. De eerste dag hebben we echt niks gedaan behalve geslapen en gehangen bij het zwembad (infinity pool op verdieping 47, super cool)! Wel jammer van de spetterende kinderen overdag en filmende influencers in de avond, maar het is niet anders. Verder doet het appartement overigens ook niet veel onder voor het hotel in Dubai.

De tweede dag voelen we ons al weer een stuk beter en we hebben dan ook de rest van onze reis door Maleisie gepland. Ook maken we een lange stadswandeling. We zitten aan de noordkant vlak bij de Petronas Twintowers, waar het vrij modern is met veel hoge gebouwen en shopping malls. Verder naar het zuiden doet het wat meer Aziatisch aan (althans, wat wij ervan verwacht hadden). De komende weken gaan we echt backpacken (dus reizen met de bus, slapen in hostels enzo)…


10/08 t/m 14/08: Kuala Lumpur
Eigenlijk zouden we maar drie dagen in Kuala Lumpur blijven, maar we hebben ons verblijf verlengd. Gelukkig maar, want zo kunnen we echt even bijkomen en de stad op een rustiger tempo verkennen. We moeten voor de laatste twee nachten wel verkassen naar een andere verdieping omdat de eerste studio niet meer voor alle nachten beschikbaar was. Het uitzicht op de nieuwe kamer is wel beter: we kijken zo uit op de KL Tower die in de avond prachtig verlicht is. We zijn trouwens ook in deze toren geweest en het uitzicht over de stad was erg mooi! De laatste dag doen we weer rustigaan.
In de middag gaan we wel nog met de Grab (dat is dus de Uber in Azie) naar de – wel ietwat toeristische – Batu Caves. Al met al toch een erg leuke plek om bezocht te hebben. Het leukste zijn nog de aapjes die hier overal rondlopen.


BESTEMMING 2: VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
09/08: Palm Jumeirah en Aquaventure
Het grootste waterpark ter wereld, dat mag natuurlijk niet ontbreken! Vandaag dus waterpret. Het park ligt overigens op het kunstmatig gemaakte eiland Palm Jumeirah wat, net als alles hier, ook weer groter is dan we ons hadden voorgesteld (de andere foto is trouwens het Atlantis Hotel). De temperatuur is even hoog als gisteren. Het water wordt hier gekoeld in plaats van verwarmd en de zee is zo heet dat het net een jacuzzi lijkt. Oh ja, zelfs de kleedruimtes hebben airco (en dat is nog prettig ook, zelfs direct na het zwemmen, kun je nagaan hoe warm). Toch was het vandaag (en net als de andere dagen) best goed uit te houden. Je moet jezelf een beetje aanpassen aan de warmte en eigenlijk is een koele binnenplaats nooit echt ver weg.


08/08: Dubai Marina, oude centrum en Burj Khalifa
Vanochtend flink uitgeslapen, maar we zijn nog steeds best moe van de 48 uur durende sessie (twee tours en een nachtvlucht). Vandaag toch activiteiten, er staan een aantal bekende gebouwen op de planning. We starten in het gebied van Dubai Marina. Het is overigens midden op de dag en ook echt maar maximaal een kwartier uit te houden in de sauna (wat men hier ‘buiten’ noemt). Daarna weer terug de metro in (of iets anders dat binnen is). We bezoeken ook meerdere winkelcentra (Dubai Marina Mall, Mall of the Emirates, Dubai Mall).
Het is eigenlijk nog extremer en grootser dan we dachten, echt niet voor te stellen wat hier allemaal gebouwd is. Ook bekijken we (in enig contrast met de rest) een deel van het oude centrum. Hier zijn de winkeltjes (souq genoemd) kleiner en min of meer per categorie allemaal bij elkaar gezet. Zo loop je dus in de Spice Souk langs wel 25 kruidenzaakjes naast elkaar (geen idee hoe de laatste dan ooit iets verkoopt). Het begint inmiddels ook alweer iets af te koelen – lees: we kunnen inmiddels weer een uurtje buiten lopen.

Aan het eind van de middag komen bij de laatste stop van vandaag: het aller hoogste gebouw ter wereld! Eerst bekijken we de fonteinshow en vervolgens gaan we naar binnen, om naar de 125e verdieping van de Burj Khalifa te gaan op ruim 450 meter hoogte. Dan ben je trouwens nog maar net over de helft, want de toren zelf is maar liefst 828 meter hoog. Heel indrukwekkend, zowel van binnen als van buiten!



07/08: Safari door de woestijn
We landen vanochtend rond 9 uur op het vliegveld van Dubai na een lange vlucht en een paar uurtjes slaap. We reizen met de metro meteen door naar het hotel dat in de buurt van Dubai Marina ligt. Tot nog toe alles in de airco, maar de laatste 50 meter moeten we toch echt door de hitte lopen. 45 graden, die komt wel even binnen. Trouwens, dit is wel een erg luxe hotel. Kamer op verdieping 33 met een mooi uitzicht en heerlijk koel. Je kunt kiezen voor normale of sfeerverlichting. En de bagage wordt naar de kamer gebracht. Niet echt ons ding, maar leuk voor een keer.

In de lobby worden meteen de activiteiten voor je geboekt, ook erg handig. We besluiten er ook maar meteen voor te gaan. Moe of niet, we zijn hier immers maar 3 dagen. Om 16.00 uur worden we dus opgehaald voor een safari door de woestijn. Zonder enig idee wat we gaan doen stappen we bij de sjeik (of laten we zeggen dat wij ons een dergelijk persoon zo voorstellen) in de 4×4. Eerst een uurtje de stad uit rijden, bandenspanning verlagen en daarna een avontuurlijke rit door het zand!
Wel met gevaar voor eigen leven, soms lijkt het alsof de auto echt omkiept. De chauffeur geniet er zelf ook van. Na een tijdje rijden en wat pauzes wordt het langzaam donker en stoppen we – nog steeds midden in de woestijn – in een van de vele kampen die hier te vinden zijn. Hier krijgen we blijkbaar nog een soort arabische barbecue en tijdens het eten ook nog een show. Het was echt heel lekker eten!



BESTEMMING 1: ZUID-AFRIKA
06/08: Soweto
Gisteren was al indrukwekkend, maar vandaag gaan we nog wat verder in op de geschiedenis. We maken namelijk een (georganiseerde) tour naar de South-Western Township, ofwel Soweto. Om elf uur ‘s ochtends (eigenlijk 10.00, maar blijkbaar is een uurtje later hier de standaard) vertrekken we met een aantal andere toeristen in een minibus richting de community. We maken hier een kleine wandeltocht en bezoeken als eerste Hector Pietersen Memorial, de plaats waar eigenlijk de eerste echte grote studentenopstand plaatsvond tegen apartheid en in het bijzonder tegen de invoering van het Afrikaans als officieel te gebruiken taal.
Op korte loopafstand bezoeken we ook het Nelson Mandela House, wederom met uitgebreid verhaal van de gids. We komen onderweg ook langs lokale marktjes en worden getrakteerd op wat acts van de locals. Wat kunnen deze mensen trouwens goed zingen en dansen! Aan het eind van de wandeling krijgen we een lokale lunch: Kota. Best omschreven als een stuk uiteinde van een brood, gevuld met vlees, ei, kaas en nog vanalles. Geen idee wat er verder in zat, maar het was erg lekker. De gids vertelt ons nog dat er jaarlijkse competities worden gehouden, wie de beste Kota maakt. Dat is een erg populair evenement hier.


06/08: Soweto
Na de tour rijden we terug naar het centrum, waar we onverwacht nog een uitgebreide wandeltocht door de stad krijgen. Vanaf het Maboneng Precinct lopen we door Central Business District en Mining District helemaal naar Braamfontein. Het valt echt op hoe vriendelijk de mensen hier allemaal zijn, zowel in Johannesburg zelf als in Soweto. Iedereen is trots op de, wat ons betreft, zeer positieve ontwikkeling die Johannesburg doormaakt. Toeristen worden echt welkom geheten (het zijn er overigens niet zo veel). Zoals de gids meermaals aangeeft: het is erg jammer dat Johannesburg wat betreft veiligheid zo negatief staat aangeschreven.
Zouden we nu dan toch op eigen houtje gaan rondlopen? Waarschijnlijk niet buiten Maboneng, maar met Uber kom je ook een heel eind. En de tour was meer dan de moeite waard! Zo, een hele lap tekst. Maar dat geeft wel aan dat Johannesburg voor ons de grootste verrassing was van Zuid-Afrika! Morgen de volgende bestemming: vannacht vliegen we naar Dubai!

05/08: Apartheidmuseum
We hebben al veel mooie natuur en wildlife gezien, maar daarnaast ontkom je gewoon niet aan de (recente) geschiedenis van Zuid-Afrika. En er is geen betere plek om hier meer over te weten te komen dan Johannesburg. We bezoeken daarom vandaag het Apartheidmuseum, waar je in een zeer uitgebreide tentoonstelling leert wat hier allemaal gebeurd is. Iedereen heeft natuurlijk wel van Nelson Mandela gehoord, maar wist je dat hij maar liefst 27 jaar(!) gevangen heeft gezeten (waarvan 18 jaar op Robbeneiland)? En dat apartheid pas in 1990 werd afgeschaft?
Wat ons het meeste pakt is de entree: je krijgt (random) een “blankes” of “nie-blankes” entreeticket en dient dan ook de betreffende ingang naar het museum te nemen. Het is erg indrukwekkend. We spenderen de rest van de middag overigens op Fox Street, nabij het hotel. In het verleden een van de meest onveilige buurten van Johannesburg, maar momenteel door een aantal initiatieven omgetoverd tot een hippe en levendige buurt vol street-art.
04/08: Naar Johannesburg
We hadden, gezien alle berichtgeving over de veiligheid wel enige twijfels, maar vonden het eigenlijk toch echt erbij horen. Vandaag dus eerst terug naar het vliegveld om de huurauto in te leveren, om vervolgens per taxi naar Johannesburg te reizen. We verblijven daar de laatste twee dagen van onze reis door Zuid-Afrika. De vooraf gereserveerde shuttle blijkt nutteloos, er is niemand te bekennen op het vliegveld. Na een aantal telefoontjes en anderhalf uur later is er eindelijk een chauffeur, waardoor we nog net voor het donker arriveren op onze laatste bestemming, The Mabonong Precinct, een levendige wijk in hartje centrum.
Onderweg blijkt overigens waarom je hier beter niet zelf kunt rijden. “Just dodging a few traffic jams”, zo noemt de chauffeur de zeer ‘vrije’ rijstijl. Was Kaapstad al even wennen, we gaan hier nog een stapje verder (niet negatief bedoeld trouwens). Het centrum is super druk, overal lopen mensen en rijden auto’s door elkaar, op elke straathoek is er wel een andere barbecue gaande en overal komt muziek vandaan. Je weet gewoon niet waar je kijken moet. Het was een lange reis, daarom gaan we vanavond wel direct slapen na aankomst (na de zoveelste wrap als avondeten).

03/08: Rustdag
Vandaag even geen auto, maar rustdag in Graskop. Gelukkig kunnen we lekker in de zon zitten in een prachtige accommodatie: een chalet op een camping, waar we, samen met een kolonie apen, de enige gasten zijn! Morgen rijden we terug naar Johannesburg.
30/07 t/m 02/08: Krugerpark
Oke, het is wel een beetje cliché, maar toch: Het Krugerpark was absoluut het hoogtepunt van Zuid-Afrika! We hebben drie volle dagen zelf door het park gereden (wat overigens perfect gaat) en één ochtend gingen we met de ranger mee. Dat was de tweede dag om vijf uur ‘s ochtends al, in het donker en schijnend met een zaklamp achterin de open auto bij 5 graden (dat was dus even geen pretje). We zagen de eerste uren overigens niet veel, totdat Lunga (de ranger) opeens gebeld werd door zijn collega dat er leeuwen waren gespot. “Let’s make a turn” riep hij, en met 60 per uur ging het door de wei – zonder gordel. En net op tijd, want we zagen ze nog net weglopen!
We hebben geslapen in het park in Lower Sabie Rest Camp in een typisch ronde hut met rieten dak. Verdeeld over het park zijn meerdere van dit soort kampen, geheel omheind en met meerdere faciliteiten zoals een restaurant, tankstation en supermarkt. Deze had wel een erg mooi restaurant, waarbij je op het terras zo uitkeek over de Nijlpaarden in de Sabie rivier!

Het Krugerpark zelf is gigantisch, we hebben eigenlijk alleen maar tijd gehad voor de zuidkant van het park. We hebben in al die tijd best wel veel dieren gezien en op de valreep nog de Big 5 compleet kunnen maken, 10km voor de uitgang komen we vandaag (laatste dag) namelijk nog twee neushoorns tegen! Ze hebben weinig zin in een goeie foto, maargoed, dat mag de pret niet drukken. Hieronder een aantal van de dieren die wij gespot hebben. Dat heeft dus in totaal vier volle dagen safari gekost, dus 95% van de tijd bestaat uit turen naar struiken en rotsen (denkend dat je iets ziet) – weet waar je aan begint.
















30/07: Panoramaroute
We zijn gisteren aangekomen in Graskop, wederom een typisch Zuid-Afrikaans dorpje net ten westen van het Krugerpark. Het was best een mooie rit, zeker het laatste stuk door de bergen. Vandaag bekijken we enkele stops van de bekende panoramaroute: de Mac Mac Falls en Bourke’s Luck Potholes. Het was een mooie route, maar we zijn eigenlijk meer verheugd op de komende dagen, dan gaan we namelijk naar het Krugerpark!


28/07 + 29/07: Naar Johannesburg
We vliegen van Port Elizabeth naar Johannesburg en een dag later met de nieuwe huurauto naar Graskop.
26/07 + 27/07: Op safari in Addo Elephant Park
Na de wandeling van gisteren in Tsitsikamma zijn we doorgereden naar Jeffreysbaai, een mooie kustplaats en zeer bekende surfspot. We hadden hier best een dagje op het strand willen doorbrengen, maar de temperatuur blijft beperkt tot een graad of 16 en bovendien is het bewolkt. Het ziet er overigens ook vrij verlaten uit, maar in de zomer zal dit vast een druk bezochte plaats zijn.
We rijden dus al vrij vroeg weg richting de laatste accomodatie van de Garden Route. Eigenlijk stond het morgen pas op de planning, maar omdat we toch al zo vroeg zijn rijden we vandaag al naar Addo Elephant Park voor de eerste safari! Rond de middag rijden we het park in voor een game drive met onze eigen auto. Het is erg gaaf om zo zelf rond te rijden, op zoek naar de Zuid-Afrikaanse wildlife. We zien onder meer elanden, zebra’s, olifanten en knobbelzwijnen. Een dag later brengen we nog een dag in het park door en zien we nog meer dieren: onder andere stokstaartjes, buffels, schildpadden en kudu’s. Zie Krugerpark voor alle foto’s!
25/07: Tsitsikamma National Park
We hebben vannacht geslapen in Stormsrivier in een soort bungalow op een camping. Vanuit hier rijden we zo het nationale park Tsitsikamma in. Daar zien we overigens meerdere apen langs de weg lopen. In dit park zijn meerdere korte hikes te vinden, waaronder eentje over een paar hangbruggen. Het is wel een beetje te toeristisch hier.


24/07: Robberg hiking trail
We krijgen in de ochtend een bon mee voor een restaurant in de buurt. Daar krijgen we (net als de afgelopen dagen) het volgende: koffie, sap, toast met abrikozenjam en gebakken tomaat met spek en roerei (echt heel veel roerei). Dat moet haast wel het standaard ontbijt van hier zijn. We rijden daarna naar Robberg, een klein schiereilandje. Daarover loopt vanuit de parkeerplaats een wandeling helemaal rond. Die is echt prachtig. We zien een heleboel zeehonden in en langs het water en in de verte ook walvissen. Verder komen we nog een kolonie Klipdassies tegen, een soort knaagdieren. Na de wandeling is het nog tijd voor een frisse duik (maar niet te ver, want er zitten hier blijkbaar haaien in de zee).


23/07: Plettenbergbaai
We rijden in twee dagen tijd een wat groter stuk (ca. 500km) naar Plettenbergbaai. Het wordt erg rustig op de weg en er is steeds uitzicht op de uitgestrekte natuur: aan de linkerkant bergen, aan de rechterkant de zee. We overnachten in Swellendam, waar we (op reservering van de host) een heerlijk 3-gangen menu voorgeschoteld krijgen. Een dag later rijden we door naar Plettenbergbaai, een erg mooie kustplaats met een zeer groot uitgestrekt strand.
Even een paar weetjes tussendoor: de zon draait dus andersom (oost-noord-west). Het is hier momenteel winter en zo’n 18 graden (de local kleedt zich alsof het vriest). Afrikaans is voor een Nederlander prima te lezen (en indien men rustig praat ook te verstaan), maar er wordt ook zeer goed Engels gesproken. Betalen gaat met de Zuid-Afrikaanse Rand (ZAR). 1 euro = 20 rand. Bij het tanken hoef je niet uit te stappen, dat wordt voor je gedaan. Ze maken ook meteen de ramen schoon (er wordt ca. 5 rand fooi verwacht). Op elke parkeerplaats staat een ‘parkeerwacht’ die je een plaats aanwijst en je auto ‘bewaakt’. Fooi ook zo’n 5 rand. Een verkeerslicht noemen ze hier een ‘robot’.
22/07: Swellendam
De wegen zijn van verrassend goede kwaliteit (meeste grote wegen zijn zoals onze N-wegen, maar daarover mag je dan wel 120 knallen). Meestal enkelbaans (en als iemand voorbij wilt moet je gewoon even op de vluchtstrook gaan rijden). Omdat er een veel te lage capaciteit is, wordt de stroom steeds per regio uitgeschakeld. Dit heet loadshedding en houdt in dat er zo’n 2/3 keer per dag voor enkele uren helemaal geen stroom is. Verder is alles hier ongeveer de helft goedkoper dan wat we in Nederland gewend zijn. En de mensen zijn echt heel vriendelijk. Meestal wordt je aangesproken met ‘hey, how are you’ en veel mensen maken een (kort) praatje.

21/07: De wijnboerderijen bij Stellenbosch
We verlaten Kaapstad en rijden richting het plaatsje Stellenbosch, bekend on de vele wijnboerderijen. We bezoeken eerst het plaatsje zelf: rustig en sfeervol, een groot contrast met de drukte van de Kaapstad. Na een korte stop rijden we door naar wijnboerderij Remhoogte, waar we vannacht verblijven. We hebben een mooie accomodatie vanwaar we zo uitkijken over de zebra’s! De rest van de middag besteden we aan twee wijnproeverijen, eentje op de accomodatie zelf en eentje bij l’Avenir, er tegenover. Super leuk om een keertje te doen!


20/07: de Tafelberg
Een bezoek aan Kaapstad is natuurlijk niet compleet zonder de beklimming van de Tafelberg. Vandaag is het moment, want het is stralend weer. Er is keus uit de kabelbaan (stervensdruk) of de benenwagen (iets minder stervensdruk). We kiezen de tweede optie. Het is op sommige stukken wel filelopen naar boven toe (het is niet eens hoogseizoen).
Op de top hebben we een fantastisch uitzicht over de hele stad, inclusief Lion’s Head en de zee. We lopen boven een uurtje rond en gaan daarna weer aan de afdaling beginnen, want het is behoorlijk koud op de top vanwege de sterke wind. Na de wandeling rijden we nog wat door Kaapstad om bij de wijk Seepunt uit te stappen en een kop koffie te drinken. De koffie is in Zuid-Afrika overigens erg lekker! We wandelen door de wijk en bekijken enkele winkeltjes. Als laatste stoppen we nog bij de bekende wijk Bo-Kaap, bekend om de gekleurde huizen.


19/07: Kaap de goede hoop
De eerste echte dag in Kaapstad: vandaag maken we een tocht naar Kaap de goede hoop, wat een kilometer of vijftig zuidelijker ligt van de Moederstad. We maken hier een korte, maar mooie hike langs de zee. Onderweg stoppen we ook nog bij Boulders Beach, een strandje waar Pinguins te zien zijn – wat zijn deze beesten trouwens maar klein? De natuur is prachtig, maar we verbazen ons meer over het leven in en rond de stad. Wat is het contrast tussen arm en rijk hier namelijk goed zichtbaar. Rijd je eerst door een rijke buurt, aan de overkant van de straat kom je opeens langs een sloppenwijk. Bij elk kruispunt staan bedelaars op straat en rond veel hotels en winkels is beveiliging te zien.


18/7: Kaapstad
We hebben vannacht als een os geslapen en worden dus vrij fit weer wakker. Rond een uur of 9 worden we met de shuttle van het hotel terug naar het vliegveld gebracht. We pakken een ontbijtje, kopen een lokale simkaart en halen onze eerste huurauto op: een Renault Kwid (nooit van gehoord, wel een grappig ding). Het links rijden valt alleszins mee, behalve een paar keer graaien in het portier naar een schakelpook en meermaals droge ruiten wissen went het vrij snel. We maken een klein rondje door Kaapstad en rijden dan naar het appartement: 16 on Bree. Daar krijgen we ook een plaats in de parkeergarage. In de avond rijden we nog naar Signal Hill, een heuvel van waar je mooi over de stad uitkijkt.


16/07 + 17/07: Een lange vlucht naar Kaapstad
De eerste dag begint met een gezellige laatste familiedag (barbecue)! En een ritje naar Brussel – waarvoor nogmaals dank! 🙂 Nadat we uitgebreid afscheid hebben genomen kan het nu echt beginnen! We trappen af met een lange vlucht, in 20 uur vliegen we via Dubai naar Kaapstad. De overstap midden in de nacht krijgen we er gratis en voor niks bij, maar goed, dat was de helft goedkoper dan een rechtstreekse vlucht. En we hebben een strak budget.
Behalve onze reisspullen stappen we eigenlijk totaal onvoorbereid (lees: met lege maag) het vliegtuig in. Niet dat dat erg is, want je stapt bij Emirates gegarandeerd een kilo zwaarder weer uit. Er wordt goed voor je gezorgd. Gemiddeld een uitgebreide warme maaltijd per drie uur en nog veel vaker drankjes (en alles inbegrepen in de ticketprijs). We krijgen ook nog een kussen en deken. Over de vlucht dus niks te klagen. Slapen lukt helaas maar af en toe, waardoor we vrij vermoeid aankomen in Kaapstad.